Ogen dicht en probeer eens een typisch Nederlands landschap voor te stellen. Grote kans dat daar knotwilgen in voorkomen. De knotwilg is immers het icoon van het Hollandse landschap. In de winterlandschappen van de 16e-eeuwse schilder Pieter Bruegel komen al knotwilgen voor, Vincent van Gogh schilderde ze in zijn Brabantse en later ook in zijn Zuid-Franse periode in zijn bekende grillige stijl.
Ik kan ervan genieten, wandelend of fietsend in onze streken, langs de Boterdijk in Uithoorn of langs het Gein en de Liniedijk in Abcoude en gelukkig ook in nieuwere woonwijken. De knotwilg is geen aparte soort, maar een cultuurvariant van de schietwilg. Wilgen zijn snelle groeiers, ze wortelen makkelijk als de dikkere takken in de grond gestoken worden, en maken vlot nieuwe uitlopers als de takken eraf gezaagd worden. Als dat steeds op dezelfde plaats gedaan wordt ontstaat er door knoestvorming een verdikte bovenzijde dat de knotvorm geeft. Mooi zijn ze in alle jaargetijden, vooral de krasse knarren die tegen de 100 jaar oud kunnen zijn.
In het verleden zijn op grote schaal knotwilgen aangeplant rond boerenerven, langs wegen en sloten. De wortels verstevigen de bermen en de slootoevers om afkalving van de oevers te voorkomen. De takken werden gebruikt voor manden, bezems, afrasteringen en ook voor klompen was wilgenhout ideaal. Bij het kauwen van de bast van de wilg komt een pijnstiller vrij. Daar is aspirine van afgeleid.
Maar de knotwilg wordt al tijden bedreigd. Boeren hebben de knotwilg niet meer nodig. De bedrijfsvoering veranderde door schaalvergroting, ruilverkaveling en de uitvinding van prikkel- en schrikdraad. Het onderhoud werd te duur. Bij niet-geknotte wilgen worden de takken te zwaar, scheurt de knot open en verdere sterfte van de wilg door een watermerkziekte veroorzakende bacterie is het gevolg. Gelukkig zijn er organisaties die zich bekommeren om de knotwilg. Zowel in Uithoorn als in De Ronde Venen zijn er zeer actieve knotgroepen. Zelf knot ik met veel genoegen in Uithoorn.
Want ondanks het verlies van hun economische functie zijn knotwilgen nog steeds belangrijk in het landschap vanwege hun esthetische en ecologische waarde. Wilgen bieden voedsel aan zo’n 450 soorten insecten en op de grillige wilgenschors groeien veel soorten mossen en korstmossen. Daar komen weer vogels op af, ook om te nestelen. Het zachte hout van de wilg kan inrotten wat weer een aantrekkelijke schuilplaats levert voor uilen en vleermuizen. Kortom, een ecologisch paradijsje. Dus lang leve de knot, laten we er zuinig op zijn !
Wim Bax