Het aanplanten van een wilg is vrij eenvoudig. Het volstaat om een afgezaagde sliet (staak) van een knotwilg tijdens de winterperiode op een geschikte plek voldoende diep in de grond te steken. Er bestaan een groot aantal wilgensoorten. Voor het aanplanten van een knotwilg wordt meestal de schietwilg gebruikt.
Een geschikte sliet moet redelijk recht zijn en niet aangetast door de watermerkziekte (bruine verkleuring). De wilg houdt van een vochtige omgeving, een plek in de slootkant is ideaal. Gebruik een grondboor om een plantgat te maken van ongeveer een meter diepte. De onderkant van de sliet wordt schuin afgezaagd en de zijtakken worden verwijderd. Snij met een mes stroken bast los op het gedeelte dat de grond in gaat. Dit bevordert de wortelgroei.
Het aanplanten gebeurt in de winter, de periode van het jaar dat de slieten beschikbaar zijn. De slieten kunnen tijdelijk tegen uitdroging worden beschermd door ze met de kopse kant in de sloot te leggen. Ze gaan voor eind maart de grond in, voordat het groeiseizoen begint en het hout gaat uitlopen.