Weer wat geleerd. Een tijdje geleden kwam ik tijdens een winterse wandeling een IVN’er tegen. “Heb je die wilgenroosjes gezien?”. Wilgenroosjes? Ik verklaarde haar voor gek: “dat zijn toch die typische zomerbloeiers? Met van die lange roze bloementrossen?” Maar zij bedoelde de woekeringen die je soms ziet in de toppen van takken van knot- en schietwilgen. Ik kijken en ja hoor, het viel me direct op hoe vaak ze voorkomen. Eigenlijk schaamde ik me kapot dat deze mij als ervaren wilgenknotter nooit eerder opgevallen zijn.
Verderop kwam ik wilgentakken tegen die we recent met de Knotgroep Uithoorn gezaagd hadden. Nu kon ik ze van dichtbij bekijken en fotograferen. De naam wilgenroosje vond ik goed getroffen, het is weliswaar geen bloem maar in elk geval toepasselijker dan het zomerse wilgenroosje: mooie bloemen heeft ie, maar ze lijken helemaal niet op een roos.
Met de app Obsidentify kwam ik er achter dat deze roosjes gallen zijn van de ‘gewone wilgenroosjesgalmug’. Deze gallen bestaan uit rozetten van wilgenblaadjes die in tegenstelling tot de gewone bladeren in de winter blijven zitten, verdord en wel. Dat is het werk van deze galmuggen. Volwassen galmuggen hebben in het voorjaar met een boortje een eitje gelegd in de uiteinden van de takken, daar waar voor de groei veel water en voedingsstoffen heengaan. Uit dat eitje komt dan de larve die zich als parasiet vol eet, de lengtegroei tegenhoudt, maar in plaats daarvan een verdikking met dicht op elkaar gepakte blaadjes veroorzaakt. In de herfst verliest de wilg zijn bladeren, behalve die van het rozet rond de gal. Deze verdorren en worden bruin. In de gal verpopt de larve en blijft daar tot het voorjaar zitten. Dan eet deze zich naar buiten en komt dan als mug tevoorschijn. Klaar om na het liefdesspel een nieuwe tak van een wilg te infecteren.
Sinds deze ontdekking zie ik ze overal, tenminste op de takken van knotwilgen die langer geleden geknot zijn. De eenjarigen waren nog nauwelijks uitgelopen toen de galmuggen op zoek gingen en bij hen zie ik ook nauwelijks roosjes.
Kijk eens goed naar boven als je een wandeling maakt, voordat de nieuwe blaadjes van de wilgen je het zicht ontnemen.
Wim Bax
IVN-natuurgidsenopleider